Vanochtend werd ik wakker en tegen de tijd dat een stevige wind de slaperigheid uit m’n bomen had verjaagd wist ik het weer. De beelden bij haar, amper 12 jaar, dromerig en schijnbaar zorgeloos. Ik had ze weer gevonden.
Het was in de zomer van 1977 dat ze mij voor het eerst bezocht.
Ze was alleen en liep dromend over mijn paden
...keek achter elke boom, bestudeerde alle plantjes...
...bewonderde iedere bloem...
...wroetend met haar handen in de aarde...
...niets wat haar ontging…
Blijkbaar beviel het haar, ze kwam vaker, alleen of met gitaar: de eerste schreden op het muzikale pad wilde ze alleen maar delen met mij...
Zo ook haar eerste hoge hakken, ik heb ze mogen zien! Zo fier maar zo onhandig, ze werden haar al snel te veel. Even liggen, even rusten, de tijd glijdt vanzelf voorbij.
Dansend gaat ze door haar eigen dromen, de hele wereld kan ze aan.
Koningin van haar eigen leven, een zelf gemaakte kroon...
En dan is ze weer wakker, kijkt even om zich heen en weg is ze.
Wanneer komt ze weer?